De schuldencrisis rond zwakke eurolanden en de economische groeivertraging
jagen beleggers richting ‘veilige havens’ zoals Nederlandse en Duitse
staatsobligaties.
Maar ook op de spaarmarkt is iets opvallends gaande. Grootbanken zoals ABN
Amro, ING en Rabobank houden spaarrentes gelijk of verlagen ze. Kleinere
uitdagers verhogen spaarrentes juist, zo signaleren spaarexperts Hanneke van
Veen en Rob van Eeden op de site vanspaarbankveranderen.nl.
Tijdens de financiële crisis van 2008 bleek dat grootbanken die van belang
zijn voor het functioneren van de Nederlandse economie in moeilijke tijden
op staatssteun kunnen rekenen. Ze zijn too big to fail.
Veilige haven
Grote spaarders zijn wellicht geneigd om voor de zekerheid van een grote bank
te kiezen. Wat ook kan meespelen is dat staatsbanken zoals ABN Amro niet met
prijzen mogen stunten, zo geven Van Veen en Van Eeden aan.
Wat betekent dit concreet? Kijk je naar spaarrekeningen zonder beperkende
voorwaarden dan zitten SNS Bank, Rabobank, ING en ABN Amro respectievelijk
op rentevergoederingen van 2,3 procent, 2,2 procent en tweemaal 2 procent.
Dit gemiddelde van 2,15 procent rente voor de grootbanken ligt zo'n 0,7 tot
0,8 procent lager dan de toprentes van Ohra, Delta Lloyd, Bank of Scotland
en WestlandUtrecht Bank, die op 2,9 tot 2,8 procent liggen.
Deposito's
Voor depositorekeningen, waar het geld en de rente langer vast staan, zijn de
verschillen nog groter. Vooral bij eenjarige deposito's. Daar zit Leaseplan
Bank aan de top, met een rente van 3,75 procent. Delta Lloyd en Ohra bieden
3,25 procent.
Bij de grootbanken biedt SNS Bank de hoogste 1-jaarsrente: 2,25 procent. ING
zit op 2,1 procent. ABN Amro en Rabobank bieden fors lagere vergoedingen van
elk 1,6 procent.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl